De bouwheer koos er bewust voor om de site te verdichten en lichte industriële activiteiten te combineren met woongelegenheden. Door deze mix van functies ontstaat er een dynamiek die zorgt voor een leefbare en verrijkende omgeving voor alle gebruikers. Het project biedt een antwoord aan het tekort aan ruimten voor agrovoedingsbedrijven in het gewest, aan studentenwoningen in de buurt van de CERIA- en COOVI-campus en aan sociale woningen in Brussel.

De hangars, kantoren en de woning die op de site stonden maken plaats voor 72 sociale woningen, 298 studentenwoningen, 18 ateliers, een preventiesteunpunt en 94 parkeerplaatsen. Vier van de 72 sociale woningen zijn bestemd voor personen met beperkte mobiliteit. Zestien andere woningen zijn zo ontworpen dat ze kunnen worden aangepast aan de behoeften van de bewoners.

Het ontwerp deelt de locatie visueel op in twee delen gescheiden door een verkeersvrij woonerf waar ook buurtbewoners elkaar kunnen ontmoeten. De sociale woningen rondom het woonerf sluiten aan bij de bestaande woningen in de wijk. Elk atelier geeft uit op het openbaar plein en is toegankelijk voor vrachtverkeer langs een binnenplaats die grotendeels overdekt is met een groene, geluiddempende luifel om de hinder voor de omliggende woningen te beperken. De ateliers zijn modulair en aanpasbaar aan verschillende soorten activiteiten.

Boven de gelijkvloerse ateliers komen de sociale woningen en de studentenwoningen. Alle appartementen hebben een eigen terras of balkon, de woningen langs het woonerf hebben elk een eigen tuin. De studenten kunnen gebruik maken van de gemeenschappelijke leef-, studie- en ontspanningsruimtes die verspreid zijn over het volledige gebouw.

Het ontwerp voorziet met andere woorden niet alleen in de basisbehoefte van huisvesting en kmo-ruimte, maar omvat ook kwalitatieve gemeenschappelijke ruimten die de samenhorigheid en het sociaal contact stimuleren en van de City Campus-site een aangename plek om te wonen, te studeren of te werken maken.